Wilt u een bedrijf starten dat een grote impact heeft op de omgeving of het milieu? Of wilt u de werking van uw complexe bedrijf veranderen waardoor schade aan het milieu kan ontstaan? Dan moet u een omgevingsvergunning aanvragen.
Voor het verlenen van een omgevingsvergunning milieu zijn de gemeente, de provincie en het Rijk verantwoordelijk. Als vuistregel kunt u aanhouden dat u bij de omgevingsdienst voor de vergunning moet zijn in de volgende situaties:
- Het gaat om RIE-bedrijven. RIE staat voor Richtlijn Industriële Emissies (voorheen IPPC). Dat zijn bijvoorbeeld chemische fabrieken, energiecentrales, afvalverwerkers, huisvuilverbrandingsinstallaties of grote metaalproducenten.
- Het gaat om BRZO-bedrijven. BRZO staat voor Besluit risico’s zware ongevallen 2015. Dit zijn bedrijven waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn.
De provincie kan een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) afgeven. Hierin kunnen voorwaarden staan om de natuur te beschermen. Bijvoorbeeld maatregelen die u moet nemen om beschermde planten- of dierensoorten te beschermen.
Overleg eerst met belanghebbenden. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die in de buurt wonen of bedrijven die vlakbij staan. Overleg vooraf ook met de provincie én de gemeente. Dit vergroot de kans dat de provincie u de vergunning geeft.
Zo vraagt u een omgevingsvergunning milieu aan:
- Doe de vergunningcheck.
- U ziet of u een vergunning moet aanvragen. U kunt dit meteen doen.
- Log in met eHerkenning.
Wat u nodig heeft voor de aanvraag hangt af van het soort bedrijf en hoe groot het is. U levert onder andere in:
- een geurrapport
- een energierapport
- een luchtkwaliteitsonderzoek
- een plattegrond en/of
- een bedrijfsplan waarin u de bedrijfsactiviteiten toelicht
Zijn er gevolgen voor beschermde natuurgebieden, planten of diersoorten? Dan kan het zijn dat u ook een omgevingsvergunning natuur moet aanvragen.
U overlegt eventueel met de provincie waarin uw bedrijf is gevestigd. U vraagt de omgevingsvergunning aan bij die provincie via het Omgevingsloket.
Het besluit wordt binnen 8 weken na indiening van de aanvraag gepubliceerd. De omgevingsdienst kan deze termijn met 6 weken verlengen. Dit hoort u binnen 8 weken na de aanvraag. Neemt de omgevingsdienst een besluit na deze termijn? Dan krijgt u automatisch de aangevraagde vergunning.
Bij een vergunning voor gebiedsbescherming of soortenbescherming, of bepaalde (meer complexe) gevallen is de beslistermijn is 6 maanden. Ook dan kan de omgevingsdienst de termijn met 6 weken verlengen binnen de eerste 8 weken na de aanvraag. Als de omgevingsdienst een besluit neemt na deze termijn, dan krijgt u in dit geval niet automatisch de aangevraagde vergunning. Binnen de termijn van 6 maanden legt de omgevingsdienst een ontwerpbesluit 6 weken ter inzage. In deze periode kunt u schriftelijk of mondeling reageren. Na de inzagetermijn worden de aanvraag en de definitieve vergunning gepubliceerd. Ook deze worden 6 weken ter inzage gelegd.
Als u een omgevingsvergunning aanvraagt, dan gebeurt er het volgende:
- De provincie publiceert de aanvraag en de ontwerpvergunning.
- Belanghebbenden hebben daarna 6 weken de tijd om deze te bekijken. In deze periode kunnen zij schriftelijk of mondeling reageren bij de provincie.
- Daarna publiceert de provincie de aanvraag en de definitieve vergunning. Eventueel doet de provincie verder onderzoek naar de gevolgen voor de omgeving.
- Belanghebbenden hebben dan nog een keer 6 weken de tijd om deze te bekijken.
- Bent u het niet eens met de vergunning? Dan kunt u beroep aantekenen bij de rechtbank. Dit kan alleen als u heeft gereageerd op de aanvraag en de ontwerpvergunning.
- Daarna is er nog de mogelijkheid van hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
- Heeft niemand gereageerd binnen de beroepstermijn van 6 weken? Dan is de vergunning definitief.