Autokinderzitjes gebruiken
Vervoert u kinderen? Bijvoorbeeld voor uw kinderopvang of vervoersbedrijf? Dan moet u goedgekeurde autokinderzitjes gebruiken. Een autokinderzitje is verplicht voor kinderen kleiner dan 1.35 meter. Afhankelijk van het gewicht en de lengte van het kind, gebruikt u een baby autostoeltje, een kinderautostoel of een zittingverhoger.
U moet een baby autostoeltje, kinderautostoel of zittingverhoger gebruiken in een:
- personenauto
- bedrijfsauto
- driewielig motorvoertuig met gesloten buitenkant
- brommobiel
Goedgekeurd autokinderzitje
U bent verplicht om een autokinderzitje te gebruiken dat voldoet aan de Europese eisen voor veiligheid.
Dat is een baby autostoeltje, kinderautostoel of zittingverhoger goedgekeurd volgens:
- oude regelgeving (R44), deze autostoeltjes worden sinds 2019 niet meer gemaakt maar mag u nog wel gebruiken
- nieuwe regelgeving (R129/i-Size)
Een goedgekeurd autokinderzitje heeft een keuringslabel of -sticker. In de bijlage van de Regeling kinderbeveiligingsmiddelen 2014 staat een voorbeeld van wat er op een keuringslabel of -sticker staat.
Hoe moet u het autokinderzitje gebruiken?
Wilt u een kind op de voorstoel vervoeren, met het gezicht naar achteren? Dan moet u de airbag uitzetten.
Als u autokinderzitjes gebruikt die voldoen aan de i-Size-norm dan bent u verplicht om kinderen tot 15 maanden achteruit te vervoeren.
Op de website van VeiligheidNL vindt u instructiefilms die u laten zien hoe u veilig kinderen vervoert.
Wanneer gebruikt u geen autokinderzitje?
U hoeft geen baby autostoeltje, kinderautostoel of zittingverhoger te gebruiken in de volgende situaties:
- U heeft al twee autokinderzitjes en is er geen plaats voor meer zitjes. In dit geval mag u kinderen vanaf 3 jaar op de achterbank plaatsen. Het kind moet een autogordel om.
- In taxi’s zonder autokinderzitje mag u kinderen tot 1.35 meter vervoeren op de achterbank. Kinderen vanaf 3 jaar moeten een autogordel om. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen op schoot.
- In stads- of streekbussen die volgens een dienstregeling rijden en in bussen waar staanplaatsen zijn. In dit geval hoeft u ook geen autogordels te gebruiken.
- U vervoert kinderen die door medische redenen niet in een autokinderzitje kunnen. U kunt vrijstelling (ontheffing) aanvragen bij het CBR.
- U vervoert kinderen in een rolstoel.
Wanneer gebruikt u autogordels?
U moet voor kinderen die groter zijn dan 1.35 meter een autogordel gebruiken. Loopt de gordel over de hals van het kind in plaats van over de borst? Dan moet u een zittingverhoger gebruiken.