Logo RijksoverheidLogo Ondernemersplein, alles van de overheid op één plekMenuZoekenZoekenHomeWetten en regels

Gevaarlijke stoffen vervoeren over de weg

Deze informatie is geplaatst door:Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)± 3 min lezenEnglish version

Vervoert u gevaarlijke stoffen over de weg? U moet zich houden aan internationale veiligheidsregels. Lees hier meer.

Meer weten of direct regelen

bij uw gemeente, provincie of waterschap
Zoeken

Als u gevaarlijke stoffen vervoert, moet u zich houden aan de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Europese regels voor internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR). Deze regels gelden in de hele Europese Unie en landen die zich hebben aangesloten bij het ADR. In het ADR staan de regels voor iedereen die betrokken is bij het vervoer (zoals de afzender, geadresseerde, belader, verpakker en de vervoerder).

Als vervoerder bent u verantwoordelijk voor het:

  • controleren of de zending voldoet aan het ADR
  • controleren of de juiste documenten mee gaan
  • nagaan of het voertuig en de wijze van belading voldoen aan de eisen
  • vervoeren, laden, lossen en tijdelijk afladen van gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen en UN-nummers

Gevaarlijke stoffen zijn schadelijk voor mens, dier of milieu, bijvoorbeeld explosieve, giftige of brandbare stoffen. De producent van een gevaarlijke stof moet de stof testen en classificeren. Stoffen die gevaarlijk zijn voor het vervoer krijgen een UN-nummer. Het UN-nummer staat in de Material Safety Data Sheet (MSDS) van het product. Als de stof een UN-nummer heeft, moet u zich houden aan de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de regels van het ADR. Soms kunt u een vrijstelling van het ADR krijgen.

ADR-certificaat voor chauffeur

De chauffeur die gevaarlijke stoffen vervoert, moet een ADR-certificaat hebben. U kunt een ADR opleidingscertificaat voor bestuurders (ADR Basiscertificaat) aanvragen bij het CBR. Een bijrijder die niet zelf rijdt, hoeft geen ADR-certificaat te hebben, maar moet wel een bewustwordingscurcus hebben gedaan. De bijrijder en de werkgever moeten dit kunnen bewijzen.

Veiligheidsadviseur

Uw bedrijf moet 1 of meer veiligheidsadviseur voor het vervoer van gevaarlijke goederen hebben. Een veiligheidsadviseur moet een certificaat veiligheidsadviseur over de weg hebben. De veiligheidsadviseur zorgt ervoor dat uw bedrijf zich aan de regels houdt. Soms geldt er een vrijstelling voor de veiligheidsadviseur.

Verplichte documenten

U moet bij het transport van gevaarlijke stoffen meestal deze documenten in het voertuig meenemen:

Voertuig laten keuren

U moet bepaalde voertuigen speciaal laten keuren voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. U kunt uw voertuig laten keuren bij RDW. Na de keuring krijgt u een ADR-keuringsdocument. Uw chauffeur moet het ADR-keuringsdocument tijdens het transport bij zich hebben.

Brandblussers in het voertuig

In het voertuig moeten brandblussers en algemene en persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) aanwezig zijn.

Niet rijden bij slecht weer

U mag bij een glad wegdek of slecht zicht (minder dan 200 meter) door mist, sneeuw of regen bepaalde gevaarlijke stoffen niet vervoeren. U kunt een ontheffing aanvragen bij ILT als het echt nodig is om te gaan rijden bij slecht weer.

Lading vastzetten en scheiden

U moet de lading met gevaarlijke stoffen goed vastzetten. U zorgt ervoor dat de lading niet verschuift of beschadigt tijdens het vervoer (stuwage). U moet er ook voor zorgen dat gevaarlijke stoffen die niet naast elkaar vervoerd mogen worden goed gescheiden zijn (segregatie).

Routeplicht

Voor het vervoer van bepaalde gevaarlijke stoffen over de weg moet u een verplichte route volgen. Dit heet routeplicht. Die routes worden aangewezen door gemeenten en provincies. Soms wordt de verplichte route met verkeersborden aangegeven. Wilt u een andere route nemen om bijvoorbeeld te laden of te lossen? Dan moet u een ontheffing aanvragen bij de gemeente.

Tunnels

Als u met gevaarlijke stoffen rijdt, mag u niet door alle tunnels rijden. Het hangt af van de veiligheidscategorie van de tunnel of u hier met gevaarlijke stoffen doorheen mag rijden.

Parkeren

Een voertuig met gevaarlijke stoffen mag u niet overal parkeren. U mag bijvoorbeeld niet parkeren binnen de bebouwde kom. Gemeenten kunnen eisen stellen in een Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Als u buiten de openbare weg parkeert gelden de regels uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). U moet zich houden aan de veiligheidsvoorschriften. Ook moet u in sommige gevallen een melding maken in het Omgevingsloket.

Ongeluk met vervoer gevaarlijke stoffen melden

Als er iets misgaat met het verpakken, laden, transporteren, lossen of vullen, dan moet u een voorval of ongeval met gevaarlijke stoffen melden bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen aanvragen

Kunt u voor het vervoer van gevaarlijke stoffen niet voldoen aan de regels? Dan kunt u in bijzondere gevallen een ontheffing aanvragen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Zie ook

Naar boven