Als u gevaarlijke stoffen vervoert, moet u zich houden aan de Europese regels voor internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR). Deze regels gelden in de hele Europese Unie en landen die zich hebben aangesloten bij het ADR. In het ADR staan de regels voor iedereen die betrokken is bij het vervoer (zoals de afzender, geadresseerde, belader, verpakker en de vervoerder).
Als vervoerder bent u verantwoordelijk voor het:
- controleren of de zending voldoet aan het ADR
- controleren of de juiste documenten mee gaan
- nagaan of het voertuig en de wijze van belading voldoen aan de eisen
- vervoeren, laden, lossen en tijdelijk afladen van gevaarlijke stoffen
Wat zijn gevaarlijke stoffen?
Gevaarlijke stoffen zijn schadelijk voor mens, dier of milieu, bijvoorbeeld explosieve, giftige of kankerverwekkende stoffen. De producent van een gevaarlijke stof moet de stof testen en classificeren. Als de producent de stof een UN-nummer geeft, is de stof voor het vervoer gevaarlijk en moet u zich houden aan de regels van het ADR. Soms kunt u een vrijstelling van de ADR krijgen. Het UN-nummer staat in het Material Safety Data Sheet (MSDS) van het product.
ADR-certificaat voor chauffeur
De chauffeur die gevaarlijke stoffen vervoert, moet een ADR-certificaat hebben. U kunt een ADR opleidingscertificaat voor bestuurders (ADR Basiscertificaat) aanvragen bij het CBR. Een bijrijder die niet zelf rijdt, hoeft geen ADR-certificaat te hebben, maar moet wel een bewustwordingscurcus hebben gedaan. De bijrijder en de werkgever moeten dit kunnen bewijzen.
Veiligheidsadviseur
Uw bedrijf moet 1 of meer veiligheidsadviseur voor het vervoer van gevaarlijke goederen hebben. Soms geldt er een vrijstelling voor de veiligheidsadviseur. Een veiligheidsadviseur moet een certificaat veiligheidsadviseur over de weg hebben. De veiligheidsadviseur zorgt ervoor dat uw bedrijf zich aan de regels houdt.
Verplichte documenten
U moet bij het transport van gevaarlijke stoffen meestal deze documenten in het voertuig meenemen:
- het vervoersdocument met daarin welke stoffen u vervoert
- het containerbeladingscertificaat (als het transport over zee verdergaat)
- het ADR-keuringsdocument
- een ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen over de weg (als u niet aan de regels kunt voldoen, bijvoorbeeld bij een beschadigde verpakking)
- schriftelijke instructies (gevarenkaart met daarop wat u moet doen in een noodgeval)
Voertuig laten keuren
U moet bepaalde voertuigen speciaal laten keuren voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. U kunt uw voertuig laten keuren bij RDW. Na de keuring krijgt u een ADR-keuringsdocument. Uw chauffeur moet het ADR-keuringsdocument tijdens het transport bij zich hebben.
Brandblussers in het voertuig
In het voertuig moeten brandblussers en algemene en persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) aanwezig zijn.
Niet rijden bij slecht weer
U mag bij een glad wegdek of slecht zicht (minder dan 200 meter) door mist, sneeuw of regen bepaalde gevaarlijke stoffen niet vervoeren. U kunt een ontheffing aanvragen bij ILT als het echt nodig is om te gaan rijden bij slecht weer.
Lading vastzetten en scheiden
U moet de lading met gevaarlijke stoffen goed vastzetten. U zorgt ervoor dat de lading niet verschuift of beschadigd tijdens het vervoer (stuwage). U moet er ook voor zorgen dat gevaarlijke stoffen die niet naast elkaar vervoerd mogen worden goed gescheiden zijn (segregatie).
Routeplicht
Gemeenten en provincies kunnen een route aanwijzen die u moet volgen als u bepaalde gevaarlijke stoffen vervoert. Dat heet routeplicht. Sommige provincies en gemeenten geven de verplichte route met verkeersborden aan. U moet de verplichte route volgen. Wilt u een andere route nemen om bijvoorbeeld te laden of te lossen? Dan moet u een ontheffing aanvragen bij de gemeente.
Tunnels
U mag niet met gevaarlijke stoffen door alle tunnels rijden. De veiligheidscategorie waaronder de tunnel valt, bepaalt welke gevaarlijke stoffen erdoor mogen.
Parkeren
Een voertuig met gevaarlijke stoffen mag u niet overal parkeren. U mag bijvoorbeeld niet parkeren binnen de bebouwde kom. Gemeenten kunnen eisen stellen in een Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Ongeluk met vervoer gevaarlijke stoffen melden
Als er iets misgaat met het verpakken, laden, transporteren, lossen of vullen, dan moet u een voorval of ongeval met gevaarlijke stoffen melden bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen aanvragen
Kunt u voor het vervoer van gevaarlijke stoffen niet voldoen aan de regels? Dan kunt u in bijzondere gevallen een ontheffing aanvragen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).