Regeling voor vervroegde uittreding (RVU)
U kunt met uw oudere werknemer afspraken maken om eerder met pensioen te gaan. U spreekt een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU) af. U betaalt dan 1 of meer uitkeringen tot aan de pensioenleeftijd (AOW). U betaalt hierover 52% belasting (RVU-heffing).
Vrijstelling RVU-heffing
Van 2021 tot en met 2025 geldt een RVU-drempelvrijstelling. U betaalt geen 52% RVU-heffing (pseudo-eindheffing) als u in die periode een RVU-regeling afspreekt met uw werknemer. De RVU moet dan wel aan de voorwaarden voldoen.
De Belastingdienst heeft een handreiking waarin staat wat precies een RVU is.
Voorwaarden voor RVU-drempelvrijstelling
U betaalt geen RVU-heffing als u voldoet aan deze voorwaarden:
- Uw werknemer stopt niet eerder dan drie jaar voor zijn wettelijke AOW-leeftijd.
- De RVU-uitkering is hetzelfde als of lager dan het drempelbedrag (2024: € 2.182 bruto per maand voor maximaal 36 maanden).
- U spreekt uiterlijk op 31 december 2025 een RVU af met uw werknemer die uiterlijk op 31 december 2028 de AOW-leeftijd bereikt.
Van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 geldt een uitloopperiode waarin u de drempelvrijstelling toepast voor de RVU.
Hoe vraagt u RVU-vrijstelling aan?
U past de RVU en ook de RVU-vrijstelling toe in de loonaangifte. De regels staan in het Handboek Loonheffingen. De inkomenscode voor de RVU is code 53.