Stappenplan bedrijf starten met een beperking of (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid
Heeft u een arbeidsbeperking of bent u (deels) arbeidsongeschikt? En wilt u een bedrijf starten? Dat kan met een uitkering van de Wajong, WIA, WAO, WAZ of Ziektewet. UWV kan u hierbij helpen. Lees wat u moet weten en regelen.
Op deze pagina
- 1. Bespreek uw plannen met UWV
- 2. Onderzoek de kansen van uw plan
- 3. Bepaal of u wel of niet wilt starten als zelfstandige
- 4. Check of u financiële hulp kan krijgen
- 5. Schrijf u in bij KVK
- 6. Vraag startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid aan
- 7. Geef uw inkomsten door aan UWV en Belastingdienst
- 8. Houd u aan de plichten van uw uitkering
- 9. Vraag als het kan een aanvulling op uw inkomen
- 10. Stoppen met uw bedrijf? Meld het UWV
- Feiten en cijfers: arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
1. Bespreek uw plannen met UWV
Krijgt u een uitkering van UWV? Bespreek uw plannen om een bedrijf te starten dan eerst met een arbeidsdeskundige van UWV. Samen bekijkt u wat er mogelijk is. En of een eigen bedrijf iets voor u is. U maakt afspraken over het traject dat u kunt volgen om ondernemer te worden. En over de activiteiten en de voorwaarden. Bijvoorbeeld over de gevolgen voor uw uitkering. Zoals het aftrekken van de inkomsten uit uw bedrijf van uw uitkering.
2. Onderzoek de kansen van uw plan
Onderzoek of uw plan kan slagen. Dit kunt u doen tijdens de onderzoeksperiode. Deze periode duurt 6 weken. U hoeft dan niet te solliciteren en u houdt uw uitkering. Bespreek met uw adviseur werk of arbeidsdeskundige of u gebruik kunt maken van de onderzoeksperiode.
Denk bijvoorbeeld na over:
Een goed hulpmiddel hierbij is het maken van een ondernemingsplan. In dit plan berekent u ook hoeveel geld u nodig heeft om te starten.
Bekijk het webinar: Is ondernemen iets voor mij?
3. Bepaal of u wel of niet wilt starten als zelfstandige
Bespreek samen met uw arbeidsdeskundige van UWV het resultaat van uw plan. Beslis of u wel of niet start met een eigen bedrijf. Gaat u starten? Ga dan verder met de volgende stappen. Besluit u dat het toch niets voor u is? Dan verandert er niets. U ontvangt uw Ziektewet-, WAO-, WAZ-, Wajong- of WIA-uitkering. En heeft dezelfde rechten en plichten als vóór de onderzoeksperiode.
4. Check of u financiële hulp kan krijgen
Heeft u geld nodig om te starten? Maar kunt u geen geld lenen via een bank of andere manieren? Dan kan UWV u helpen met een lening. En met vergoedingen voor hulpmiddelen voor uw beperking.
Dit zijn de mogelijkheden:
Dit is een lening voor kosten voor hulpmiddelen tot € 44.744. U betaalt hier rente over. U mag er maximaal 10 jaar over doen om het terug te betalen. Lees meer over starterskrediet.
Hiermee kunt u kosten terugvragen die u maakt tijdens de voorbereiding voor de start van uw onderneming. Bijvoorbeeld voor het bezoeken van zakelijke evenementen of het zoeken van klanten. Lees meer over voorbereidingskrediet.
Heeft u bij uw start hulp of hulpmiddelen nodig? Bijvoorbeeld aanpassingen in uw auto of een aangepaste bureaustoel. Dan kunt u een vergoeding of regeling krijgen van UWV. Lees meer over vergoedingen.
5. Schrijf u in bij KVK
Zodra u gaat starten als zelfstandige moet u uw bedrijf inschrijven in het Handelsregister van KVK. KVK geeft vervolgens automatisch uw gegevens door aan de Belastingdienst. U moet namelijk belasting betalen over de inkomsten uit uw bedrijf.
6. Vraag startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid aan
U kunt startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid krijgen. U betaalt dan minder inkomstenbelasting. Voor deze aftrek moet u voldoen aan het verlaagd urencriterium. Dit betekent dat u minstens 800 uur per jaar voor uw bedrijf werkt. U moet deze uren bijhouden voor de Belastingdienst. Het gaat dan om alle uren die u werkt voor uw bedrijf. Dus bijvoorbeeld ook uren voor het zoeken van klanten, boekhouding, studie of overleg met financiers. En u moet ondernemer voor de inkomstenbelasting zijn.
7. Geef uw inkomsten door aan UWV en Belastingdienst
Zodra u geld verdient met uw eigen bedrijf heeft dat gevolgen voor uw uitkering. Daarom moet u uw inkomsten doorgeven aan UWV. Heeft u bijvoorbeeld een WIA-uitkering en maakt u winst met uw onderneming? Dan worden deze inkomsten afgetrokken van uw WIA-uitkering. U krijgt dan minder of geen uitkering.
U moet uw inkomsten ook doorgeven aan de Belastingdienst. Wat u opgeeft aan UWV en Belastingdienst wordt achteraf met elkaar vergeleken. Heeft u teveel uitkering ontvangen? Dan moet u dat terugbetalen aan UWV.
8. Houd u aan de plichten van uw uitkering
Krijgt u als zzp’er of ondernemer nog een uitkering? Dan moet u zich nog steeds aan de plichten houden. UWV bepaalt of u nog recht heeft op een uitkering, de hoogte ervan en hoelang u hier nog recht op heeft. Check de rechten en plichten voor de WAO-, WAZ-, Wajong-, en WIA-uitkeringen. Of check uw plichten bij een Ziektewetuitkering.
9. Vraag als het kan een aanvulling op uw inkomen
Verdient u minder dan toen u nog geen eigen bedrijf had? En heeft u volgens het UWV recht op een hoger inkomen? Dan kunt u een extra uitkering krijgen. De uitkering vangt uw lagere inkomsten voor een deel op. Deze uitkering heet inkomenssuppletie. Doe de aanvraag binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar waarin u bent gestart.
10. Stoppen met uw bedrijf? Meld het UWV
Is een eigen bedrijf door uw beperking toch niet haalbaar en besluit u te stoppen? Meld dan bij uw arbeidsdeskundige dat u hiervoor voldoende maatregelen heeft genomen.
U heeft bijvoorbeeld:
- de website van uw bedrijf verwijderd
- u uitgeschreven bij de KVK en afgemeld als ondernemer bij de Belastingdienst
- uw bedrijfsverzekering stopgezet
Misschien heeft u nog recht op uw oude arbeidsongeschiktheidsuitkering van UWV.
Feiten en cijfers: arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
De grafiek toont het totale aantal uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid per maand.