Drie-uursregeling
Heeft u een kinderopvang? Dan moet u zich houden aan de drie-uursregeling. Deze regeling bepaalt dat u maximaal 3 uur per dag mag afwijken van de beroepskracht-kindratio (BKR). U mag tijdens deze uren minder pedagogisch medewerkers inzetten dan dat u volgens de BKR verplicht bent.
Hoe werkt de drie-uursregeling?
- U moet tijdens deze uren minimaal de helft van de BKR-verplichte medewerkers inzetten.
- U mag de 3 uur verspreiden over de dag.
- Uw kinderopvang moet minimaal 10 uur achter elkaar open zijn.
Drie-uursregeling in uw pedagogisch beleidsplan
U moet in uw pedagogisch beleidsplan zetten u hoe u in het algemeen omgaat met de inzet van personeel, de BKR en de drie-uursregeling:
- het aantal pedagogisch medewerkers per groep (afhankelijk van de BKR) en hun normale diensten en pauzetijden
- in welke situaties u afwijkt van de BKR
- hoe u afweegt wanneer u afwijkt van de BKR
- hoe u zorgt voor de behoefte van de kinderen als er minder beroepskrachten zijn
Maakt u dit niet duidelijk in het beleidsplan? Dan mag u niet afwijken van de BKR kinderopvang. De oudercommissie moet advies geven op deze punten. De uren die u afwijkt van de BKR mogen per dag verschillen, maar moeten iedere week hetzelfde zijn.
Afwijken van de BKR op de BSO
In uw buitenschoolse opvang (BSO) mag u afwijken van de BKR onder deze voorwaarden:
- U mag maximaal een half uur per dag afwijken van de BKR.
- U mag alleen voor en na schooltijd, en op vrije middagen afwijken van de BKR.
- U moet minimaal de helft van de medewerkers inzetten die volgens de BKR verplicht is.
- U hoeft de uren die u afwijkt niet te melden in uw pedagogisch beleidsplan
In de vakantie en op vrije dagen geldt de drie-uursregeling zoals in de kinderdagopvang.
Dit artikel is gerelateerd aan:
Zie ook
Heeft u nog vragen?
Neem contact op met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)