Vergunning voor beroepsgoederenvervoer aanvragen

Gepubliceerd door:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
2 min lezen
English version

Als beroepsgoederenvervoerder moet u een of meer vergunningen hebben van de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO). Welke vergunningen dat zijn, hangt af van de bestemming van uw vervoer. Voor exceptioneel vervoer hebt u een ontheffing van de RDW nodig.

Geen vergunning voor eigen vervoer

Eigen vervoer is het zelf vervoeren van goederen van of voor uw eigen bedrijf. Hiervoor heeft u geen vergunning nodig. U moet wel kunnen aantonen dat het om eigen vervoer gaat. In landen buiten de EU heeft u voor eigen vervoer soms een ritmachtiging nodig.

Vestigingseisen

Uw transportbedrijf moet het volgende hebben:

  • gekwalificeerd administratief personeel
  • voldoende kantoorruimten
  • technische voorzieningen

Een vrachtwagen voor internationaal transport moet elke 8 weken terug naar het land van de transportonderneming. Dit wordt 'return home vehicle' genoemd.

Vergunning voor vervoer binnen de EU

U heeft een eurovergunning nodig voor:

  • beroepsgoederenvervoer in Nederland met voertuigen met een laadvermogen van meer dan 500 kilo
  • grensoverschrijdend beroepsgoederenvervoer binnen de EU met voertuigen met een maximum toegestaan gewicht van meer dan 2500 kilo.

Vergunning voor vervoer buiten de EU

Voor vervoer buiten de EU heeft u een eurovergunning nodig. Daarnaast moet u een ritmachtiging of een CEMT-vergunning hebben. Met een CEMT-vergunning kunt u goederen vervoeren van, naar en door de landen die bij het CEMT-verdrag aangesloten zijn. U moet voldoen aan de emissie- en veiligheidseisen van de CEMT.

Bestuurdersattest voor chauffeur

Heeft u chauffeurs van buiten de Europese Unie (EU) in dienst? Dan mogen zij alleen op uw vrachtwagens rijden als zij een bestuurdersattest hebben. NIWO geeft dit attest af. Hiervoor heeft u onder meer een tewerkstellingsvergunning en een chauffeursdiploma nodig.

Cabotage

Vervoert een vervoersbedrijf uit een EU-lidstaat goederen tussen 2 punten binnen de grenzen van een andere lidstaat? Dan is er sprake van cabotage. Vervoerders mogen in een ander land maximaal 3 cabotageritten per 7 dagen rijden. Daarna moeten zij weer de grens over. Als de laatste toegestane cabotagerit gemaakt is, mag de vrachtauto 4 dagen lang in dat land geen cabotageritten meer maken. Deze periode wordt de 'cooling-off periode' genoemd. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controleert deze regels in Nederland.

Ontheffing exceptioneel transport (LZV)

Exceptioneel transport is vervoer dat groter of zwaarder is dan de wet toestaat, zoals Lange Zware Vrachtvoertuigen (LZV). Hiervoor moet u een LZV-ontheffing aanvragen bij de RDW. De Algemene Voorwaarden voor Exceptioneel Transport (AVET) worden vaak gebruikt bij exceptioneel vervoer. De AVET bevat verplichtingen en aansprakelijkheden voor zowel de vervoerder als de afzender.

Toelating- of wijzigingskeuring van voertuig voor koelvervoer

Gaat u bederfelijke levensmiddelen in of naar het buitenland vervoeren met een koelvoertuig? Dan is een toelating- of wijzigingskeuring van voertuig voor koelvervoering verplicht.

Er zijn twee soorten koelvervoer:

  • koelvervoer ATP, een voertuig met een geconditioneerde laadbak (met gecontroleerde temperatuur), gebruikt voor het internationaal vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen.
  • koelvoertuig VWA, een voertuig met een geconditioneerde laadbak (met gecontroleerde temperatuur), gebruikt voor het nationaal vervoer van niet volledig doorgekoeld varkensvlees, rundvlees en kalfsvlees.

Voor het aanvragen van een toelatingskeuring of wijzigingskeuring vult u het aanvraagformulier ATP of VWA in en neem u contact op met de RDW.

Dit artikel is gerelateerd aan: