Verplichte snelheidsbegrenzer bedrijfsauto en bus
Heeft u een bedrijfsauto of een bus? Dan kan het zijn dat uw voertuig een snelheidsbegrenzer moet hebben. Dat hangt af van het gewicht van uw voertuig en de datum dat u het voertuig in gebruik heeft genomen. De RDW controleert of de snelheidsbegrenzer goed is aangesloten en is afgesteld.
Wat is een snelheidsbegrenzer?
Een snelheidsbegrenzer is een systeem waarmee de bestuurder niet harder kan rijden dan een bepaalde snelheid. Sommige bedrijfsauto’s en bussen moeten een snelheidsbegrenzer hebben.
Welke bedrijfsauto’s moeten een snelheidsbegrenzer hebben?
Deze bedrijfsauto's moeten een snelheidsbegrenzer van 90 km/u hebben:
- Een bedrijfsauto met dieselmotor met een gewicht (voertuig en lading) van meer dan 3.500 kg tot 12.000 kg, die na 30 september 2001 en voor 1 januari 2005 in gebruik is genomen.
- Een bedrijfsauto met een gewicht (voertuig en lading) van meer dan 3.500 kg tot 12.000 kg, die na 31 december 2004 in gebruik is genomen.
- Een bedrijfsauto met een gewicht (voertuig en lading) van meer dan 12.000 kg, die na 31 december 1987 in gebruik is genomen.
Welke bussen moeten een snelheidsbegrenzer hebben?
Deze bussen moeten een snelheidsbegrenzer van 100 km/u hebben:
- Een bus met dieselmotor met een gewicht (voertuig en maximale lading) van niet meer dan 10.000 kg, die na 30 september 2001 en voor 1 januari 2005 in gebruik is genomen.
- Een bus met een gewicht (voertuig en maximale lading) tot 10.000 kg, die na 31 december 2004 in gebruik is genomen.
- Een bus met een gewicht (voertuig en maximale lading) van meer dan 10.000 kg, die na 31 december 1987 in gebruik is genomen.
Snelheidsbegrenzers inbouwen of afstellen
Heeft u een snelheidsbegrenzer ingebouwd of opnieuw afgesteld? Dan moet u de snelheidsbegrenzer laten keuren bij een keuringsstation van de RDW.
Ontheffing voor een snelheidsbegrenzer
Voor een aantal voertuigen kunt u bij de RDW een ontheffing aanvragen voor een snelheidsbegrenzer. Dat geldt bijvoorbeeld voor takel- en bergingsvoertuigen.