Beroepskracht-kindratio (BKR)
Heeft u een kinderopvang? Dan moet er een verplicht aantal beroepskrachten werken op een groep kinderen. U kunt zelf berekenen hoeveel medewerkers er op de groep moeten staan (de beroepskracht-kindratio).
Wat is beroepskracht-kindratio?
De beroepskracht-kindratio (BKR) is de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal kinderen in de groep bij de kinderopvangorganisatie. Het doel van de BKR is dat de kinderopvang goed aansluit op de ontwikkeling van het kind. Zodat er bijvoorbeeld genoeg aandacht is voor baby’s. De BKR geldt op de kinderopvanglocatie en bij uitstapjes.
Beroepskracht-kindratio berekenen
Als u de beroepskracht-kindratio (of leidster-kindratio) berekent, moet u kijken naar:
- de aantallen en leeftijden van de kinderen in de groep of op uw opvanglocatie.
- het soort kinderopvang dat u biedt (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang of peuteropvang)
Met de rekentool beroepskracht-kindratio van het ministerie van SZW berekent u hoeveel beroepskrachten u minimaal nodig heeft. De rekentool berekent dit voor zowel uw stamgroep (kinderdagverblijf), uw basisgroep (buitenschoolse opvang) of uw combinatiegroep op het bijbehorende tabblad.
Lees ook de rekenregels die bij de rekentool horen. De GGD gebruikt de rekentool tijdens de inspecties op de kwaliteit van uw opvang.
Afwijken van de BKR
U mag volgens de drie-uursregeling 3 uur per dag afwijken van de BKR. Dat betekent dat u in deze periode minder pedagogisch medewerkers mag inzetten dan volgens de beroepskracht-kindratio verplicht is. U moet in het pedagogisch beleidsplan zetten hoe u omgaat met de BKR en de drie-uursregeling.
Lijst bijhouden
U moet een overzicht maken en bijhouden met daarop:
- de beroepskrachten die u inzet
- de kinderen die op de kinderopvang zijn (met een indicatie van de aankomst- en vertrektijd)
Met deze lijst kan de toezichthouder controleren of u zich aan de BKR en de drie-uursregeling houdt.
Het vierogenprincipe toepassen
U moet zich houden aan het vierogenprincipe. Dit betekent dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Dit kan een andere beroepskracht zijn, maar bijvoorbeeld ook een ouder of stagiair. Deze persoon moet ingeschreven staan in het Personenregister kinderopvang (PRK). U moet de oudercommissie om advies vragen en ouders informeren over hoe u het vierogenprincipe invult.
Het vierogenprincipe geldt niet voor de buitenschoolse opvang (bso) en de gastouderopvang.
Groepsruimten voor stamgroep en basisgroep
Een groepsruimte in de kinderopvang moet voldoen aan de inrichtingseisen voor een kinderopvang. Een stamgroep in de kinderdagopvang heeft een vaste groepsruimte. Een kind mag per week in maximaal 2 verschillende groepsruimtes opvang krijgen. Een basisgroep in de buitenschoolse opvang (bso) heeft geen vaste groepsruimte.
Heeft u een activiteit buiten uw groepsruimte met een stamgroep? Dan vervalt tijdelijk de beroepskracht-kindratio.
Dit artikel is gerelateerd aan:
Zie ook
Wetswijzigingen
Externe links
Heeft u nog vragen?
Neem contact op met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)